Opleidingscentrum West-Brabant erkende NOA Praktijkopleiding Afbouw

Van Baal heeft al jarenlang een eigen stukadoorsbedrijf Van Baal BV. En hij maakte zich bovendien al jaren sterk voor het NOA Opleidingsbedrijf Afbouw. Want zonder leerlingen, geen nieuwe aanwas is zijn stelregel. Niet voor niets lopen er bij Van Baal standaard twee leerlingen op de werkvloer die worden begeleid door een leermeester. “Opleiden kost weliswaar tijd en moeite. Maar ik zie het als een investering in mijn bedrijf en ook als een investering in de sector. Want uiteindelijk heb ik er ook profijt van als er meer geschoolde vakmensen de sector instromen”, zei Van Baal een jaar geleden nog tegen Afbouwzaken.  En vervolgens: “Onze bedrijfstak is relatief klein en hierdoor staan de opleidingen onder druk. De instroom van nieuwe leerlingen wordt steeds moeilijker, maar is wel hard nodig.”

Studiebol

Een tijd geleden kwam Van Baal echter ter ore dat zich weliswaar 60 jongens hadden aangemeld voor de reguliere stukadoorsopleiding, maar dat er uiteindelijk maar 35 tot 40 daadwerkelijk aan de opleiding begonnen. “Toen wilde ik weten waar die andere 20 tot 25 dan bleven”, vertelt Van Baal. “En wat bleek? Die jongens bleken niveau 2 niet aan te kunnen. Om allerlei redenen. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat die jongens niets kunnen. Ik was zelf vroeger ook niet bepaald een studiebol, maar mijn ouders hebben me zo ongeveer naar school getrapt. Dat is de enige reden dat ik mijn opleiding wel heb afgemaakt.” Van Baal besloot toen een praktijkopleiding, speciaal voor jongens die niet willen of kunnen leren, te beginnen. “Vergelijkbaar met wat de gebroeders Traub in Den Haag al deden. Al is dat niet helemaal vergelijkbaar, want Brabant is niet de Randstad. Hier lopen ook schoffies rond, maar toch net iets gematigder dan in Den Haag.”

Doorstromen

Opleidingscentrum West-Brabant startte in juni 2018 en telt op dit moment 12 leerlingen die twee dagen per week praktijklessen krijgen in 12 lesboxen. Van Baal denkt al aan uitbreiden, want de aanmeldingen blijven binnen komen. De eerste jongen die afgelopen juni examen deed, haalde maar liefst een 8,7 voor zijn praktijkexamen. Van Baal: “Mijn leerlingen doen namelijk hetzelfde praktijkexamen, in Veenendaal, als de jongens van de reguliere opleiding. Theorie verweven we wel in de lessen, maar daar worden ze niet op getoetst. Als ze slagen voor de proeve van bekwaamheid krijgen ze een door de NOA erkend branche certificaat op niveau 1. Mochten ze dat willen - en sommige jongens doen dat ook - kunnen ze daarna doorstromen naar niveau 2. We zijn net met vier jongens begonnen om te trainen voor hun examen in januari.”

De leerlingen die de praktijkopleiding met goed resultaat afronden, hebben zo een baan, weet Van Baal. “Er is vraag zat. Maar weet wel dat deze jongens nog wel goed begeleid moeten worden. Je kunt ze niet zelfstandig aan het werk zetten. Ze kunnen nog lang niet alles. Er moet wel een goede leermeester aan worden gekoppeld. Maar dat lijkt me altijd verstandig met jonge jongens. We hebben in ieder geval bereikt dat er extra instroom in de branche komt.”

Omscholers

Overigens is de praktijkopleiding in West-Brabant niet alleen bedoeld voor jonge jongens die niet naar school willen of kunnen. “Op dit moment leiden we ook een 47-jarige statushouder, een Syriër, op. Die was in Syrië ook stukadoor, dus het smeren kan hij wel. Als de beste mag ik wel zeggen, want hij heeft een fantastisch gevoel voor materialen. Probleem is de taal. Hopelijk kunnen we een tolk regelen die hem kan helpen bij zijn examen.” Maar ook omscholers weten het Opleidingscentrum te vinden. Zo volgt momenteel een militair een cursus stucen. Van Baal: “Die heeft 18 jaar in het leger gezeten en wil wat anders. Defensie betaalt zijn opleiding.”

Zetje

Van Baal is blij met de erkenning van NOA. “Natuurlijk. Want we doen het toch met elkaar voor de branche? Samen staan we sterker. En het mooie is dat we nu niemand meer hoeven weg te sturen als hij niet geschikt is voor de reguliere opleiding. En we behouden zo iemand wel voor de sector. We zijn absoluut geen concurrentie voor NOA Opleidingsbedrijf Afbouw. Kijk”, gaat Van Baal verder. “Het gaat erom dat we dit soort jongens met zijn allen oppakken. Ik had er laatst één die zei: ‘ik wil niet naar school’, waarop ik zei: ‘ik heb de wet niet bedacht vriend, maar je moet.’ ‘Ik ga gewoon niet’, was zijn antwoord. Tsja, moet je zo’n gast dan laten vallen? Of rapen we hem op en geven we hem op een andere manier een kans?”