Levensverhaal Anton van Delden
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
27 februari 2019

‘Ik ben een ambachtsman, geen gewiekste zakenman’

Even heeft Anton van Delden, eigenaar van stukadoorsbedrijf Delstuc en voorzitter van het Neerlandsch Stucgilde, het te kwaad. Hij is aan het einde van zijn relaas gekomen waarin hij aan VVD-Tweede Kamerlid Martin Wörsdörfer en AFNL-NOA-voorzitter Sharon Gesthuizen uit de doeken heeft gedaan waar hij als kleine ondernemer zoal tegenaan loopt. Wörsdörfer en Gesthuizen zijn ook sprakeloos. “Je verhaal maakt zeer duidelijk hoe belangrijk het is dat politici hun oor regelmatig te luister leggen bij ondernemers”, zegt het VVD-Kamerlid. “Ik neem dit zeker mee terug naar Den Haag.”

Het bezoek van Wörsdörfer aan de werkplaats van Van Delden in Monster is op uitnodiging van AFNL-NOA. Voorzitter Sharon Gesthuizen had ook Steven van Weyenberg van D66 uitgenodigd voor het werkbezoek, maar die moest wegens een pensioendebat op het laatste moment afzeggen. Eerder op de ochtend was het gezelschap al bij Aannemingsbedrijf Van der Meer in Benthuizen en daar ging het vooral over loondoorbetaling bij ziekte en het clusteren van aanbestedingen. Van Delden kampt als klein stukadoorsbedrijf echter met hele andere problemen, zo schetst hij tijdens een goed voorbereide presentatie. Delstuc bestaat al meer dan 50 jaar en is een echt familiebedrijf. Het bedrijf werd opgericht door Van Deldens vader Robert, zoon Rob zit ondertussen ook in de zaak en Van Delden spreekt de hoop uit dat zijn kleinzoon Dex ooit ook de rei en de spaan gaat hanteren. Delstuc heeft drie vaste medewerkers en werkt op de meeste projecten samen met “ingehuurde vakbroeders”, legt Van Delden aan Gesthuizen en Wörsdörfer uit. “Daarbij hanteer ik maar één strikte eis: je kunt me maar één keer belazeren”, grapt de meesterstukadoor.

Witte vegen

“We doen heel veel gespecialiseerd restauratiewerk”, gaat Van Delden verder. “Eigenlijk jammer dat ik jullie wegens tijdgebrek niet het meest recente werk in Schiedam kan laten zien. Dat is echt prachtig. Jullie zullen het moeten doen met deze bescheiden werkplaats. Ik heb vanochtend opgeruimd, maar waarschijnlijk zitten jullie straks wel onder de witte vegen.” Van Delden toont een serie foto’s van werk aan bijzondere projecten waarbij hij uitdagend tegen Gesthuizen zegt: “Wij stukadoors maken echt iets vanuit het niets, terwijl beeldhouwers alleen maar materiaal hoeven weg te hakken”. Gesthuizen - zelf ook beeldhouwer - ondergaat de speldenprik glimlachend. Wörsdörfer is onder de indruk als hij op één van de foto’s een gestucte leeuwenkop ontwaart die in de VVD-fractiekamer van de Eerste Kamer hangt. “Hebben wij gerestaureerd”, vertelt Van Delden. “De mal ligt hierboven in mijn atelier.” Op het moment gaan de zaken weer goed voor Delstuc. Van Delden: “Ik ben drukker met afzeggen dan met aannemen. We hebben gewoonweg geen capaciteit voor nieuw werk.” Maar dat is niet altijd zo geweest. Dat maakt het tweede gedeelte van zijn presentatie wel duidelijk. “Ik hoop met een persoonlijk verhaal te kunnen uitleggen waar kleine bedrijven zoal tegenaan kunnen lopen.”

Nekslag

Van Delden begint met het verhaal van een medewerker die ziek werd en die Van Delden - mede doordat instanties vonden dat het personeelslid best andere werkzaamheden binnen het bedrijf kon uitvoeren - uiteindelijk vier jaar heeft moeten doorbetalen zonder dat de man nog productief was. “Ik gunde hem dat van harte, hij was namelijk echt ziek, maar ik had graag wat hulp gehad. Want iemand vier jaar doorbetalen die niet kan werken kan voor een bedrijf als het mijne de nekslag zijn.” Wörsdörfer knikt begrijpend. Van Delden vervolgt. “Net toen mijn vader aangaf te willen stoppen met werken brak ook de crisis uit. Omdat hoofdaannemers steeds langer wachtten met uitbetalen en de concurrentie moordend was, liep ik steeds vaker tegen de limiet van mijn rekening courant aan. Ik dacht slim te zijn door een preventief gesprek te voeren met mijn accountmanager bij de bank, toen nog Fortis. Ik had een goed verhaal: overwaarde op mijn huis en werkplaats, een kleine hypotheek. Dan moest een limietverhoging toch geen probleem zijn. Fortis werd vervolgens overgenomen door ABNAmro en die plaatste mij - zonder mij daarvan op de hoogte te stellen - in de categorie ‘bijzonder beheer’. Van de één op de andere dag blokkeerden ze mijn bankpas en ik werd opgedragen binnen een week de volledige rekening courant - à 60 duizend euro - terug te betalen omdat ik de limiet met € 1000,- had overschreden. ABNAmro hanteerde strengere regels dan Fortis.”

Aanmaningen

Een ongeluk komt zelden alleen. Omdat de hypotheek van Van Deldens werkplaats gekoppeld was aan de rekening courant moest hij die ook binnen twee weken aflossen. De bank had bovendien alle al gedane betalingen aan leveranciers teruggehaald. Iedere dag vielen er nieuwe aanmaningen en boetes bij Van Delden op de deurmat. “Ik ben gered door een collegabedrijf. Die heeft mijn bedrijfspand gekocht en ik kon het van hem huren. Van de overwaarde kon ik mijn schulden aflossen. Van een goede kennis kon ik geld lenen. Mijn bedrijfspand was ik kwijt, ik had nieuwe schulden en naar de overdrachtsbelasting kon ik fluiten. Duizenden euro’s kwijt omdat iemand bij de bank me ongevraagd bij ‘bijzonder beheer’ onderbrengt. Maar ik leefde nog, dus we gingen door.” Ondertussen tobt Van Delden met zijn knie. Na vijf mislukte operaties wordt hij volledig afgekeurd. Gelukkig had hij een arbeidsongeschiktheidsverzekering. “Dacht ik. Want Centraal Beheer had ondertussen de regels aangepast. Ik kreeg nog maar 40% uitgekeerd en mijn premie ging zover omhoog dat ik netto niets krijg. En daar heb ik dan in 25 jaar € 250.000,- aan premie voor betaald. Maar ze zijn nog niet van me af. Ik begin een rechtszaak.” Wörsdörfer en Gesthuizen schudden beiden langzaam hun hoofd. “Maar de gifbeker is nog niet leeg”, gaat Van Delden verder. “De hypotheek op mijn huis liep onlangs af. Ik dacht die wel te kunnen oversluiten, maar kon onvoldoende goede cijfers overleggen - ja, dat was mede door de bank zelf veroorzaakt! Uiteindelijk ging het om een bedrag van € 20,- dat ik tekort kwam voor een nieuwe hypotheek.” Met een diepe zucht zegt van Delden dat hij alle vertrouwen in banken, verzekeraars en de overheid heeft verloren. Wörsdörfer vraagt hem wat de overheid fout heeft gedaan. “De politiek heeft een zorgplicht en moet toezicht houden op banken en verzekeraars. Een klein beetje coulance en begrip van de overheid had ook heel veel kunnen schelen”, antwoordt Van Delden. “Ook in deze situaties geldt gewoon: één dag te laat met belasting betalen en je hebt weer een boete te pakken. Ik ben een ambachtsman, geen gewiekste zakenman. Als het goed gaat halen ze alles bij je weg en als het even tegenzit, geeft er niemand thuis. Juridisch zal het wel kloppen, maar ik vind het nogal wrang dat de sector die de crisis heeft veroorzaakt en overeind gehouden is met ook mijn belastinggeld, geld verdient aan de ellende van kleine ondernemers zoals ik. Dat ik in zware tijden geholpen ben door vakbroeders maakt me overigens wel stil en dankbaar. Het bevestigt ook mijn jarenlange overtuiging: ambacht verbroedert!"

Oplossingen

Van Delden besluit zijn presentatie met de schrijnende tekorten aan goed opgeleide vakmensen, de gebrekkige instroom, regelgeving rond zzp’ers en het afschaffen van de vestigingswet waardoor de kwaliteit van het werk achteruit gehold is. “Ik vind dat heel veel regelgeving hard aan evaluatie toe is. We moeten echt in oplossingen gaan denken. Voordat het te laat is. We moeten echt opschieten.” Wörsdörfer schudt even het hoofd na het aanhoren van zoveel onheil. Dan zegt hij werk te willen maken om het voor kleine bedrijven makkelijker te maken. “We zitten op dit moment gevangen in de kwalificaties die we zelf hebben bedacht. Ik hoop dat we dat kunnen doorbreken. Dankjewel voor je eerlijke verhaal Anton.”

Deel dit artikel: