Voor de afbouw breken gouden tijden aan. Als het aan de politiek ligt tenminste.
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
24 februari 2021

Waar stemt u op 17 maart?

Een recordaantal van 37 partijen doet op 17 maart aanstaande mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Welke partijen besteden in hun verkiezingsprogramma aandacht aan de noden en wensen van de afbouwbranche? We zochten het voor u uit. Overigens hebben we ons daarbij beperkt tot de 13 partijen die nu al in de Tweede Kamer zitten en een enkele nieuweling die volgens de peilingen serieus kans maakt op één of meer Kamerzetels. Overigens is dit allerminst een stemadvies, maar slechts een hulpmiddel, u bepaalt natuurlijk helemaal zelf op wie u stemt. 

Als we de verkiezingsprogramma’s van de grootste en meest kansrijke partijen mogen geloven, breken er gouden tijden aan voor de afbouwsector: Honderdduizenden nieuwbouwwoningen, verduurzaming, isolatie, een eigen ministerie voor Wonen, lagere belastingen voor mkb-bedrijven, minder regeldruk, het kan niet op. Maar goed, we moeten ook realistisch zijn: verkiezingsprogramma’s die één-op-één worden ingevoerd moeten nog geschreven worden. Toch zetten we al die mooie beloftes graag voor u op een rij.

Nieuwbouw, nieuwbouw, nieuwbouw

Als er één ding is waar werkelijk iedere politieke partij het over eens is, is dat we veel te weinig nieuwe huizen bouwen. Van links tot rechts schrijven de partijen in hun programma’s dat er dus fors moet worden bijgebouwd. Onder andere GroenLinks en de ChristenUnie willen dat er tot 2030 100.000 woningen per jaar bijkomen, waarbij een substantieel deel beschikbaar komt voor starters en senioren. Ook het CDA heeft die ambitie: “Met een grootschalig Nationaal Woonplan gaan we binnen tien jaar 1 miljoen nieuwe en duurzame woningen bouwen. Alle oplossingen zijn denkbaar: van bouwen in het groen tot een compleet nieuwe stad.” In het Nationale woonplan wil het CDA een kwart van de nieuwbouwwoningen bestemmen voor jongeren en starters. Ook moet er een nieuwe vorm van premie A-woningen komen en worden startersleningen aantrekkelijker. Vanzelfsprekend wil GroenLinks dat die miljoen nieuwe woningen klimaatneutraal uit de grond gestampt worden. “We maken het voor eigenaren van huizen en andere gebouwen aantrekkelijker om te isoleren en een warmtepomp aan te schaffen, onder andere met subsidies en goedkope leningen. Eigenaren van huurwoningen worden verplicht te investeren in het verhogen van het energielabel. Alle nieuwbouw van woningen is gasloos en energieneutraal. We stellen normen voor het gebruik van circulaire bouwmaterialen, zoals gerecycled beton, hout en herbruikbare bakstenen.”

De liberalen van VVD en D66 leggen zich, net als de PvdA, niet vast op aantallen. Als het aan de VVD ligt, komt er een nationaal bouwfonds dat investeert in betaalbare woningen in heel Nederland. De Rijksoverheid kan met dit fonds meebetalen aan grootschalige vernieuwing van wijken en nieuwbouw om de bouwproductie op peil te houden, bijvoorbeeld in tijden van economische neergang. D66 heeft het over een crisisbouwfonds dat de ontwikkeling van bouwlocaties financieel ondersteunt en waarbij ook private investeringen zich kunnen aansluiten. De PvdA wil, om te voorkomen dat de bouw instort tijdens de crisis, dat de de overheid zich zolang de woningnood duurt garant stelt voor de verkoop van zeventig procent van de nieuwbouwwoningen. “Met deze bouwgarantie kunnen ontwikkelaars financiering krijgen en doorbouwen”. Forum voor Democratie wil een verbod op “lelijke” gebouwen, maar schrijft nergens wie bepaalt wat mooi of lelijk is. 

Verhuurdersheffing

Een ander onderwerp waarover standpunten naar elkaar toegroeien is de verhuurderheffing. Die moet worden geschrapt, gehalveerd dan wel omgezet in een investeringsfonds voor woningcorporaties, vindt men van ChristenUnie tot de SP. Alleen de VVD heeft nog moeite het eigen standpunt bij te stellen. Men wil wel korting op de verhuurderheffing geven aan woningbouwcorporaties die woningen bouwen. “We passen de verhuurderheffing aan zodat het voor corporaties meer loont om dure woningen te verkopen en daarvoor goedkope woningen in de plaats te bouwen.” De PvdA wil niet alleen de verhuurderheffing afschaffen maar corporaties ook vrijstellen van winstbelasting en de ATAD-richtlijn. Althans: alleen voor corporaties die investeren. “Zo komt er twee miljard euro beschikbaar om tienduizenden betaalbare woningen te bouwen en de huren te bevriezen tijdens de crisis.” Ook CU en CDA willen de heffing afschaffen in ruil voor stevige prestatieafspraken. CU: "Het is hoog tijd om woningcorporaties weer als onderdeel van de oplossing te zien in plaats van als probleem." D66 is zuiniger en wil slechts de helft in een fonds stoppen om nieuwe corporatiewoningen te bouwen en bestaande te verduurzamen. Partijen willen sowieso corporaties weer een ruimere taakstelling geven. Zo wil D66 de corporaties meer middeldure huurwoningen laten bouwen en wil de CU de corporaties meer speelruimte geven om te investeren in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. De SP wil dat woningcorporaties vooral doen wat hun huurders willen. Maak van corporaties weer verenigingen van huurders, stellen de socialisten. 

Ouderen

Ouderenhuisvesting krijgt een speciale plaats in diverse verkiezingsprogramma's, al dan niet in combinatie met pleidooien voor meer ruimte voor wooncoöperaties. Zeer expliciet is daarin de ChristenUnie die daarvoor 1 miljard euro wil vrijmaken: "Ons voorstel om fors te investeren in nieuwe woonvormen voor ouderen wordt een centraal onderdeel van het nieuwe volkshuisvestingsbeleid." Uiteraard heeft ook 50Plus in zijn summiere woonparagraaf aandacht voor passende huisvesting voor ouderen. De partij wil dat de rijksoverheid ook voor dit segment de regie naar zich toe trekt. Maar ook gemeenten moeten van de partij "een verplichte woon leef-visie" opstellen waarin de demografische ontwikkelingen voor de komende 20 jaar zijn verwerkt. De partij pleit ook voor meer ruimte voor kangoeroewoningen of andere woonvormen die mantelzorg vergemakkelijken. 

Ministerie van VROM

Een ander zekerheidje. De terugkeer van een minister voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Klimaat. Behalve de VVD, onder wiens verantwoordelijkheid het ministerie in 2010 werd ontmanteld, reppen praktisch alle partijen over een zelfstandig ministerie dat verantwoordelijk wordt voor de regie en de bouw van al die gewenste huizen. Er komt wat CDA, D66 en CU betreft een aparte bewindspersoon voor terug. Wat de ChristenUnie betreft gaat het om een “minister van Ruimtelijke Ordening met volkshuisvesting in de portefeuille, die onvermoeibaar duwt, trekt en sleurt aan woningbouw op basis van een gedeelde ontwikkel- en investeringsagenda.” Het CDA rept van een minister voor Volkshuisvesting. “Deze krijgt een duidelijke regierol, wijst nieuwe bouwlocaties aan en maakt met provincies en regio’s bindende afspraken over de kwantiteit en kwaliteit van het aantal te bouwen woningen.” D66 wil een nieuw ministerie van Wonen, Ruimtelijke Ordening om te bepalen waar grote nieuwbouwlocaties komen met goede OV-aansluiting en om belemmeringen voor de bouw, zoals stikstof, te verhelpen. PVV en Forum voor Democratie spreken liever over een Ministerie van Wonen. Ook aan de linkerflank van het politieke spectrum is men eensgezind: zowel SP, GroenLinks als de PvdA en de Partij voor de Dieren willen weer een VROM-minister. Wat de VVD betreft komen er slechts strikte prestatieafspraken met provincies en gemeenten om meer woningen te realiseren. De prioriteit komt te liggen bij betaalbare koop- en huurwoningen voor middeninkomens. Ook komt er extra aandacht voor seniorenwoningen.

Ondernemers

Voor afbouwers is het natuurlijk ook belangrijk om te weten hoe partijen tegen ondernemers aan kijken. Traditiegetrouw kunnen we best stellen dat de aandacht voor ondernemers zich keurig afspeelt langs de de politieke lijnen van links naar rechts. Waarbij de linkerflank meer aandacht heeft voor werknemers en partijen als VVD en D66 de belangen van werkgevers net iets belangrijker vinden. VVD blijft de absolute ondernemerspartij. De partij zet onder andere in op steun aan ondernemers die getroffen zijn door de coronacrisis. Ze willen lagere lasten voor het mkb via een middenstandskorting waarmee de werkgeverslasten voor kleine bedrijven verlaagd worden. Ook wil de partij de premie voor het arbeidsongeschiktheidsfonds mede te laten afhangen van de bedrijfsgrootte. Verder moet de werkkostenregeling vereenvoudigd en verruimd worden zodat mkb’ers meer in hun personeel kunnen investeren, bijvoorbeeld via scholing. En natuurlijk willen de liberalen “verdere vermindering en vereenvoudiging van regelgeving.” Toch zijn ook andere partijen niet blind voor de noden van ondernemers. Alle partijen roemen het mkb als banenmotor van Nederland en allemaal willen ze dat kleine bedrijven minder lang loon hoeven door te betalen bij ziekte. Hoe ze dat willen aanpakken verschilt echter. Zo wil de PvdA dat het tweede jaar collectief wordt verzekerd, net als GroenLinks en de ChristenUnie. Zelfs de SP belooft voor ondernemers op te komen: “Lokale ondernemers krijgen hulp, onder meer door aanbestedingen voortaan ‘mkb-vriendelijk’ te maken, betere huurbescherming van panden en ondersteuning bij ziekte van werknemers. Met een nationale investeringsbank voor het mkb kunnen kleine en startende bedrijven makkelijker lenen en bevorderen we duurzame vernieuwing.” De MKB-toets staat verder bij zo ongeveer alle partijen in het programma genoemd. Daar waar het Forum voor Democratie resoluut tegen een verplichte AOV-verzekering voor zzp’ers is en de VVD resoluut voor een verplichte verzekering is, zijn andere partijen voorzichtiger. GroenLinks wil een collectieve basisvoorziening tegen arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden. “Zelfstandigen kunnen zich daar bovenop vrijwillig bijverzekeren bij dezelfde publieke instantie die de basisvoorziening verstrekt.” Christenunie wil een landelijk fonds voor arbeidsongeschiktheid waar alle werkenden aan bijdragen. Onder andere Partij van de Arbeid, GroenLinks, SP, D66 en het CDA schrijven in hun verkiezingsprogramma's het minimumloon te willen verhogen. De SP heeft recent een wetsvoorstel gedaan om het wettelijk minimumloon fors te verhogen. De PvdA wil de komende jaren, stapsgewijs, het minimumloon laten stijgen naar 14 euro per uur. D66 wil het minimumloon verhogen met 10 procent of meer. Dat zou neerkomen op 1 à 2 euro extra per uur.

Succes met het uitbrengen van uw stem! We hopen alvast goede informatie te hebben gegeven om uw keus te bepalen.

Deel dit artikel: