Vorige maand besloot de Tweede Kamer dat de wettelijke betaaltermijn voor het grootbedrijf vastgesteld wordt op 30 dagen. Dat is een mooie stap, maar daarmee zijn de betalingen aan het mkb zeker nog niet binnen. Publieke opdrachtgevers doen er namelijk gemiddeld 75 dagen over om te betalen.
Door de Tweede Kamerleden De Groot en Rahimi (VVD) zijn daarom kritische vragen gesteld over de lange betaaltermijnen van publieke opdrachtgevers in de bouw. Er is door Cash Discovery onderzoek gedaan naar 12 grote infraprojecten in opdracht van Rijkswaterstaat, ProRail en het Rijksvastgoedbedrijf. Daaruit bleek dat het indienings- en goedkeuringsproces gemiddeld 63 dagen in beslag neemt en de betaling van de factuur 12 dagen duurt. Bouwend Nederland en MKB-Nederland hadden hier aandacht voor gevraagd in de aanloop naar het Tweede Kamerdebat over mkb-financiering.
De gemiddelde betaaltermijn bij deze onderzochte publieke opdrachtgevers is dus veel langer dan de norm van 30 dagen. Ook de grote bouwbedrijven die de opdrachten krijgen en weer werk uitbesteden aan onderaannemers moeten straks ook binnen 30 dagen betalen. Als de opdrachtgever het betaalproces niet versneld, dan komt hun kaspositie onder druk te staan. In een tijd dat de prijzen van bouwmaterialen de pan uitrijzen en de overheid alle partijen in de bouw stimuleert om flink te investeren in elektrisch materieel, wordt dit een nijpende situatie.
De vertraging zit hem in een te bureaucratisch proces voorafgaand aan de facturatie. Dat moet en kan sneller, want hierdoor worden ook de mkb’ers verderop in de keten de dupe. De minister van Economische Zaken heeft in het debat over mkb-financiering toegezegd dat ze samen met betrokken bewindspersonen van Financiën, BZK en IenW gaat inventariseren hoe het proces versneld kan worden.