Nederland kan niet zonder internationale vakkrachten om grote maatschappelijke opgaven te realiseren, zoals de woningbouwtransitie. Dat concludeert de Sociaal-Economische Raad (SER) in het onlangs verschenen advies Arbeidsmigratie naar waarde. De raad pleit voor meer sturing op arbeidsmigratie, maar ziet tegelijk dat ons land buitenlandse vakkrachten hard nodig heeft in cruciale sectoren als bouw en techniek.
De SER wil dat Nederland inzet op twee sporen: arbeidsbesparende technologie en gerichte instroom van vakkrachten. In het SER-advies wordt geschreven over minder laagbetaalde banen, maar juist meer ruimte voor goed opgeleide professionals die bijdragen aan een toekomstbestendige economie. Een goed streven, maar de afwerking van woningen vraagt nog altijd om echte vaklieden. Wandmonteurs, steenstripplakkers, stukadoors en vloerenleggers zijn niet zomaar te vervangen door kunstmatige intelligentie of een robotarm. Wie de woningbouwproductie wil versnellen, heeft juist méér handen nodig die kwaliteit leveren.
De SER wijst erop dat bedrijven geholpen moeten worden bij het invoeren van nieuwe technologie. Dat geldt in het bijzonder voor mkb-bedrijven, waar de kosten van digitalisering of automatisering vaak een drempel vormen. De raad adviseert de overheid om fiscale steun en kennisdeling beter te organiseren. Tegelijkertijd moet Nederland gericht buitenlandse vakkrachten aantrekken - met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, goede huisvesting en perspectief op langdurige inzet.
Voor afbouwbedrijven kan het SER-advies betekenen, dat de regelgeving voor gerichte toelating van vakkrachten praktischer wordt gemaakt. Er zijn behoorlijk wat regels als je buitenlandse vakkrachten inhuurt. Denk aan de meldplicht vooraf bij WagwEU, de identiteitscontrole binnen 48 uur volgens de Wav (Wet arbeid vreemdelingen), ketenaansprakelijkheid en twisten rond schijndetachering.
Bedrijven in onze afbouwsectoren kijken nu al naar een combinatie van slim werken en sterk vakmanschap. Innovatieve hulpmiddelen verlichten het werk en verhogen de kwaliteit, maar het ambacht zelf blijft het hart van de sector. De SER onderstreept daarmee wat de afbouw al jaren ervaart: technologie kan ondersteunen, niet vervangen. Alleen door ruimte te bieden aan buitenlandse vakkrachten én te investeren in innovatie kan de sector toekomstbestendig blijven en Nederland helpen zijn bouwambities waar te maken.