Ontwikkelingen ZE-zones

Inmiddels hebben 18 gemeenten een zero-emissiezone ingevoerd. Daarnaast zijn 10 andere gemeenten en Schiphol bezig met besluitvorming of onderzoek. Sinds 1 juli 2025 is in verschillende gemeenten de waarschuwingsperiode afgelopen en worden er daadwerkelijk boetes uitgeschreven aan voertuigen die zonder toegangscode een ZE-zone betreden.

Overgangsregels en afspraken

Als je in of nabij een ZE-zone bent gevestigd, kun je de regels al dromen, maar als je af en toe opdrachten in een binnenstad hebt, is het goed om de regels nog eens door te nemen. Om de overgang naar ZE-zones haalbaar te houden, zijn er landelijke afspraken gemaakt:

• Bestelauto’s met emissieklasse 5 mogen in veel gevallen tot 1 januari 2027 toegang houden.
• Bestelauto’s met emissieklasse 6 krijgen uitstel tot 1 januari 2029.
• Elke gemeente moet minimaal een boetevrije periode van 6 maanden hanteren bij de start van een ZE-zone.
• Er komen landelijke ontheffingen voor situaties waarin een ondernemer nu technisch of economisch niet kan overstappen.
• Er zijn afspraken gemaakt om de toepassing van ontheffingen te vereenvoudigen en te harmoniseren.

Aangekondigde uitbreidingen

• Verdere groei in andere steden: In de toekomst zijn meer steden van plan een ZE-zone in te voeren, waaronder ’s-Hertogenbosch, Eindhoven, Leiden en Tilburg. Gemeenten volgen hierbij het stappenplan van Op weg naar ZES een traject van besluitvorming, verkeersbesluit, communicatie en handhaving.
• In Den Haag is het ZE‑gebied vanaf 1 januari 2025 al actief in het centrum. Vanaf 2026 wordt de zone uitgebreid naar de kuststrook. Den Haag heeft er een uitgebreide website over gemaakt, verstrekt een aparte sloopsubsidie van oude voertuigen en geeft heldere info over landelijke subsidies en fiscale regelingen. Kijk op logistiek070.com.

Praktische tips 

Moet je werkzaamheden verrichten in een stadscentrum met een ZE-zone, dan kun je de volgende voorbereidingen treffen:

1. Controleer je voertuig(en): kentekencheck & emissieklasse
   Ga naar de kentekencheck op opwegnaarZES en kijk of jouw bestelbus of vrachtwagen binnen de toegestane klasse valt. Documenteer ook de Datum Eerste Toelating (DAT) en emissieklasse (Euro 5, Euro 6, etc.).
2. Vraag tijdig ontheffing of een vrijstelling aan
   Als je voertuig (nog) niet voldoet, kun je mogelijk een ontheffing of vrijstelling krijgen. Kies het juiste type ontheffing (landelijk, gemeentelijk, dagontheffing) en lever alle benodigde documenten zorgvuldig aan. Dien aanvragen bij voorkeur ruim vóór de invoerdatum in.
3. Plan vervanging of vergroening van je wagenpark
   Start een inventarisatie om gefaseerd voertuigen te vervangen. Er komen steeds meer elektrische bussen die qua laadvermogen, trekgewicht en actieradius geschikt zijn voor afbouwbedrijven. Lees hierover ook ons artikel met ledenvoordeelpartners Renault en Ford.
4. Verdiep je in subsidiemogelijkheden
   Onderzoek beschikbare (financiële) regelingen: er is de SEBA, AanZET, SPRILA, SSEB en fiscale voordelen als MIA, KIA, EIA en BPM. Er zijn ook rekentools beschikbaar om de totale kosten te berekenen.
5. Onderzoek laadinfra
   Netcongestie komt op steeds meer plaatsen voor, dus onderzoek van tevoren goed waar je laadmogelijkheden hebt, of kunt creëren. Zijn er laadpalen op je eigen terrein te plaatsen, of kun je laadinfra samen met collega’s of buurbedrijven regelen?
6. Optimaliseer ritten in ZE-zones
   Het vraagt een andere manier van denken en plannen om in ZE-zones aan de slag te gaan. Bundel bijvoorbeeld leveringen en bezoekmomenten in de binnenstad om het aantal ritten te minimaliseren. Ook kun je onderzoeken of stadslogistieke hubs en overslagpunten buiten de zone handig kunnen zijn. Diverse NOA-leden gebruiken of overwegen in de ZE-zone al een elektrische bakfiets. In Den Haag is deze bijvoorbeeld gratis uit te proberen.
7. Blijf op de hoogte van lokale regels en handhaving
   Handhaving begint vaak met waarschuwingen, maar sinds 1 juli 2025 geldt in meerdere gemeenten al strikte handhaving. Controleer lokale besluiten, want de vorm van de zone, boetebedragen en uitzonderingen verschillen per gemeente.