De afbouwsector staat voor cruciale keuzes rondom duurzaamheid en mobiliteit. De overgang naar elektrische bedrijfswagens is niet langer vrijblijvend, zeker met de komst van zero-emissie zones in Nederlandse steden sinds dit jaar. NOA Magazine dook in de praktijk en onderzocht de haalbaarheid en uitdagingen van elektrische bedrijfswagens bij Ford en Renault, beide ledenvoordeelpartner van NOA.
Op LinkedIn kwamen we een interessante praktijktest tegen van Ernst Baas, eigenaar van Ernst Baas Hoveniers. Baas stond vorig jaar nog voor een moeilijke keuze toen hij vier nieuwe dieselbussen aanschafte, omdat elektrische bedrijfswagens destijds nog niet voldoende bereik hadden voor zijn bedrijf. Dit jaar besloot hij opnieuw een elektrische bestelwagen te testen, een Stellantis e-X250. Tijdens een rit van Waddinxveen naar Amsterdam en terug (circa 100 km), met bijna maximale belading van 2.380 kg, hield de batterij zich verrassend goed, schrijft Baas op LinkedIn. Met slechts 40% verbruik van de batterijcapaciteit werd duidelijk dat een actieradius van 250 km haalbaar is onder zware omstandigheden. Toch erkent Baas dat het bereik nog altijd een beperking kan zijn voor lange werkdagen en dat goede planning essentieel blijft vanwege langere laadtijden. Wij besloten om Renault en Ford, beide ledenvoordeelpartner van NOA, naar aanleiding van deze ervaring te vragen naar de mogelijkheden voor een elektrische bus in de afbouw.
Want ondernemers in de afbouw hebben terecht nog kritische vragen. Investeren in elektrische bedrijfswagens betekent vaak niet alleen een hogere aanschafprijs, maar ook flinke investeringen in laadinfrastructuur zoals laadpalen en eventueel zonnepanelen. Daarnaast zijn elektrische bedrijfswagens bij zware aanhangerbelading nog beperkt in bereik en blijft het aanbod voertuigen met voldoende trekgewicht beperkt. Maar niet overstappen kan binnenkort ook duur worden. Sinds dit jaar worden dieselvoertuigen steeds vaker geweerd uit binnensteden door zero-emissie zones, waardoor bedrijven die daar actief zijn, gedwongen worden hun wagenpark versneld te elektrificeren. Bovendien stijgt de belastingdruk op dieselvoertuigen door hogere BPM-tarieven.
Ford heeft inmiddels een volledig elektrische bedrijfswagenlijn, van de compacte Courier EV tot de grotere Transit EV en de complete Ford BEV range bedrijfswagens e-Courier, e-Custom en e-Transit. Ivor Vermeer, Accountmanager Fleetsales bij Ford, benadrukt dat er voor vrijwel elke dieselvariant een elektrische tegenhanger bestaat, met een actieradius variërend tussen de 300 en 400 km. "Praktijkervaring leert dat bedrijven hier doorgaans uitstekend mee uit de voeten kunnen," aldus Vermeer. Hij wijst echter op een belangrijke beperking: "Het geremde aanhangwagengewicht van de 2-tons Transit EV is momenteel beperkt, wat aandacht vereist van ondernemers die zwaar materieel moeten vervoeren. De e-Custom heeft een geremd aanhangwagengewicht van 2300 kilogram. De op- en ombouwmogelijkheden op Ford E-voertuigen doen overigens niet onder voor de op- en ombouwmogelijkheden op de diesel varianten.”
Renault positioneert zich duidelijk ook als een serieuze speler met de recent tot ‘Van of the year 2025’ bekroonde Renault Master E-tech. Fred van den Brink, Key Accountmanager Fleetsales bij Renault, benadrukt vooral de veelzijdigheid van dit model. "Met talloze op- en ombouwmogelijkheden kunnen we maatwerk leveren voor verschillende toepassingen binnen de afbouwsector." De Renault Master E-tech biedt een indrukwekkende actieradius van 426 tot 460 kilometer en is snel oplaadbaar (38 minuten van 15% naar 80% via DC-laden). Het model is leverbaar in twee lengtes, levert de beste prestaties in zijn categorie en heeft een laadvermogen tot 1625 kg (laadvermogen in L2H2 E Tech electric 4t 87 kWh-versie) en een trekvermogen van 2500 kilo en diverse carrosserievarianten zoals platform cabine en Trabus. Hiermee biedt Renault flexibiliteit aan bedrijven die hun wagenpark willen elektrificeren zonder concessies te doen aan inzetbaarheid.
De toenemende regelgeving rondom uitstootvrije zones en financiële prikkels maken overstappen steeds noodzakelijker. Hoewel de eerste investering aanzienlijk is, kunnen lagere operationele kosten zoals brandstofbesparing, belastingvoordelen en lagere onderhoudskosten uiteindelijk compenseren. Bovendien draagt de overstap bij aan een duurzamer bedrijfsprofiel, wat steeds vaker geëist wordt door opdrachtgevers en consumenten.
Elektrische bedrijfswagens zijn inmiddels dus best een realistische keuze voor de afbouwsector, zeker voor bedrijven die actief zijn in en rondom stedelijke gebieden. Echter, goede planning, investeringen in laadinfrastructuur en een grondige analyse van specifieke bedrijfsbehoeften blijven essentieel. De ontwikkelingen gaan snel én zowel Ford als Renault bieden inmiddels oplossingen die steeds meer aansluiten bij de behoeften van ondernemers in de afbouw. Ondernemers zullen vroeg of laat moeten beslissen: is nu overstappen verstandig, of wachten ze tot de technologie nog verder gevorderd is? De tijd zal leren welke strategie het beste werkt, maar duidelijk is dat de dagen van diesel in steeds meer binnensteden geteld zijn.