Bewezen effectief
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
24 juni 2025

Kun je ook circulair of biobased smeren?

Vorig jaar legden we de afbouwsector langs de duurzaamheidslat. Maar is dat wel genoeg? Afspraak is dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair zal zijn en de bouw in 2030 50 procent minder grondstoffen mag gebruiken dan dat we nu doen. Dat is al over vijf jaar. Kan dat überhaupt wel? NOA Magazine onderzoekt dit jaar hoe circulair de verschillende hoofdsectoren al zijn en hoe circulair ze kunnen worden. In dit nummer: Stukadoren & Afbouw.

De bouwsector staat voor een fundamentele transitie naar circulaire en biobased materialen. Dat raakt ook het stukadoorsvak, zegt Marjet Rutten van Building Balance, een landelijk transitieprogramma dat de toepassing van biobased bouwmaterialen wil versnellen. “Ik heb nog nooit een thema meegemaakt met zoveel tractie als biobased bouwen,” zegt Rutten. “Het wordt breed gedragen door verschillende partijen binnen de bouwkolom.” Dit enthousiasme vloeit volgens haar voort uit de vele voordelen van biobased materialen. "Ze hebben een lage CO2-uitstoot, slaan CO2 op, kunnen lokaal geproduceerd worden en zorgen voor een gezonder binnenklimaat door betere vochtregulatie," aldus Rutten.

Specifiek binnen de afbouwsector ziet Rutten interessante kansen, hoewel zij ook erkent dat niet elke stukadoor direct grote stappen kan zetten: "Voor de pure stukadoor, die alleen aan het smeren is, zijn de mogelijkheden nu nog beperkt.” Stukadoors kunnen desondanks wel degelijk een belangrijke rol spelen, hoewel traditionele stucproducten zoals cement en gips nog dominant zijn. Rutten wijst op alternatieven zoals leemstuc die al volop beschikbaar zijn en een duurzame optie vormen. "Leemstuc heeft bijvoorbeeld uitstekende vochtregulerende eigenschappen en draagt bij aan een gezonder binnenklimaat," legt ze uit. Wel benadrukt ze dat het belangrijk is om bewust te zijn van de eigenschappen van biobased materialen: "Als je een vochtregulerend biobased materiaal vervolgens volledig afsluit met een verflaag, verlies je dat specifieke voordeel."

Bewezen effectief

Specifiek voor de afbouw- en stukadoorssector betekent dit een verschuiving naar materialen zoals hennep- en vlaswol isolatie en afbouwplaten gemaakt van allerhande vezels. Deze producten zijn bewezen effectief en winnen aan populariteit. "Bedrijven hebben nu nog de kans om te experimenteren en ervaring op te doen met deze materialen," stelt Rutten. "Het laaghangend fruit, zoals hennepwol en vlaswol, is al goed getest en gecertificeerd. Deze materialen zijn bewezen veilig en effectief, al zijn ze momenteel soms nog iets duurder dan traditionele producten. Maar als je bijvoorbeeld kijkt naar de Renoplaat van Isovlas dan is het ook door de snelle verwerking zelfs een goedkopere oplossing.” 

Rutten verwacht dat de sector de komende jaren aanzienlijk zal veranderen. "De fabrikanten van pleisters zullen zich steeds nadrukkelijker richten op biobased alternatieven. "Het gaat erom dat we niet achterblijven," benadrukt Rutten. "Fabrikanten die op tijd investeren in innovatie en duurzaamheid kunnen in de nabije toekomst hun positie versterken. Voor stukadoors betekent dit nieuwe mogelijkheden om producten te gebruiken die beter aansluiten bij de eisen van opdrachtgevers én bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun bedrijf." Rutten benadrukt ook dat de noodzaak om te verduurzamen steeds urgenter wordt. "Veel traditionele producten die stukadoors nu gebruiken, mogen in de toekomst waarschijnlijk niet meer toegepast worden vanwege aangescherpte regelgeving op het gebied van milieu en gezondheid. Bedrijven moeten daarom nu al beginnen met het overstappen naar duurzame alternatieven om straks niet achterop te raken."

Pionier in natuurlijk stukwerk

Peter van ‘t Westeinde, directeur van afbouwbedrijf Ecobouwen en groothandel Eco bouwmaterialen, gelooft al jaren in de kracht van natuurlijke afbouwmaterialen. “Toen wij ruim vijftien jaar geleden begonnen met leemstuc, werden we gezien als een soort idealisten,” vertelt hij. “Er was toen nauwelijks markt voor en de kwaliteit van de beschikbare producten liet te wensen over. Maar dat is totaal veranderd. De producten zijn doorontwikkeld, producenten hebben fors geïnvesteerd in kwaliteit en wij durven inmiddels op leemstuc, kalkstuc en tadelakt dezelfde garanties te geven als op traditioneel stucwerk.” Volgens Van ‘t Westeinde gaat het bij biobased afbouwmaterialen niet alleen om duurzaamheid. “Ze bieden ook functionele voordelen, zoals betere vochtregulatie en een prettiger binnenklimaat. Dat maakt ze aantrekkelijk voor mensen met allergieën of voor wie gezondheid een belangrijk thema is in de woning.”

Vraag groeit - maar blijft tweedelig

Van ‘t Westeinde ziet de vraag naar natuurlijke afbouwmaterialen al jaren stijgen, maar merkt ook dat er sprake is van twee duidelijk gescheiden klantengroepen. “Enerzijds heb je mensen die heel bewust kiezen voor duurzaam en circulair bouwen, vaak met een holistische visie op wonen en bouwen. Anderzijds is er een groep die vooral valt voor de uitstraling van natuurlijke stucproducten: de warme kleur, de ambachtelijke uitstraling, het luxe karakter. Die groepen spreken elkaars taal vaak niet en zoeken ook andere informatie. Maar ze komen wél bij dezelfde materialen uit.” Toch blijft de toepassing in de praktijk beperkt tot het hogere marktsegment, constateert hij. “Je zult geen leemstuc tegenkomen in de sociale woningbouw. De reden is simpel: het is duurder dan conventioneel stucwerk. En zolang prijs leidend is, vallen deze producten buiten de boot. Daar moet je eerlijk over zijn.”

Fabrikanten bewegen mee

Tegelijkertijd ziet Van ‘t Westeinde beweging bij de grote fabrikanten van gips- en pleisterproducten. “Zij zijn echt bezig met verduurzaming van hun productieprocessen, mede onder druk van regelgeving. Sommige fabrikanten experimenteren met circulaire concepten, hergebruik van restmateriaal en CO₂-reductie in de keten. Dat juich ik toe. Want hoe breder het aanbod, hoe sneller de hele sector kan verduurzamen.” Volgens hem zullen bedrijven die nu nog twijfelen over hun koers, straks ingehaald worden. “De regelgeving wordt strenger, materialen die nu nog mogen worden toegepast, verdwijnen straks uit de schappen. Wie nu niet anticipeert, krijgt het straks moeilijk.”

Zelfbouwers en het vakmanschap

In zijn rol als leverancier ziet Van ‘t Westeinde ook dat met name zelfbouwers en particuliere opdrachtgevers steeds vaker kiezen voor duurzame afbouwmaterialen. “Dat is op zich een positieve ontwikkeling. Maar het brengt ook een risico met zich mee. Veel mensen onderschatten hoe specialistisch stukadoren eigenlijk is. Leemstuc bijvoorbeeld is vergevingsgezind qua materiaal, maar vraagt wel om gevoel en techniek. Als het dan niet lukt, geven mensen soms het materiaal de schuld, terwijl het vakmanschap ontbreekt.” Eco Bouwmaterialen biedt uitgebreide ondersteuning, instructies en workshops aan om klanten goed op weg te helpen. Toch blijft zijn boodschap helder: “Goed stucen leer je niet uit een boekje. Het is en blijft een ambacht. Als sector moeten we zorgen dat dat vakmanschap behouden blijft, juist nu er nieuwe materialen en toepassingen bijkomen.”

Blijf in gesprek

Rutten adviseert stukadoorsbedrijven om goed in gesprek te blijven met hun leveranciers en duidelijk aan te geven dat de markt rijp is voor duurzame innovaties. "Hoe sneller en beter fabrikanten reageren, hoe gemakkelijker het voor stukadoors wordt om hun vak op een toekomstbestendige manier uit te oefenen," besluit ze.


Meer info

Via de site van Building Balance zijn verschillende handige documenten te downloaden over het gebruik van biobased afbouwmaterialen.

Deel dit artikel:

Laatste nieuws