Dertien van Nederlands grootste vastgoedbeheerders en woningcorporaties hebben een gezamenlijke afspraak ondertekend om de CO₂-uitstoot van bouwmaterialen drastisch te verlagen. Voor het eerst leggen vastgoedpartijen streefwaarden én harde plafondwaarden vast voor de materiaalgebonden CO₂-uitstoot van nieuwbouwprojecten.
Deze partijen vertegenwoordigen samen meer dan 60 miljard euro aan vastgoedvermogen en tienduizenden woningen. Hun keuze zet de toon voor de bouwketen. De richting is duidelijk: er moet gebouwd worden met lagere milieu-impact. Wie dat niet kan, valt straks bij deze opdrachtgevers buiten de boot.
De ondertekenaars willen met dit commitment duidelijkheid scheppen in de markt. Projecten die de CO₂-plafondwaarde overschrijden, komen in principe niet meer in aanmerking voor afname. Dat betekent dat toeleveranciers, bouwers én afbouwbedrijven steeds vaker moeten laten zien welke bijdrage hun materialen en werkwijzen leveren aan CO₂-reductie.
De partijen hebben drie routes benoemd om hun uitstoot omlaag te brengen:
Het commitment is ondertekend door Achmea Real Estate, Altera, Amvest, a.s.r. real estate, Bouwinvest, CBRE Investment Management, de Alliantie, Eigen Haard, NLV, Rochdale, Vesteda, Woonstad Rotterdam en Ymere. Het initiatief wordt gesteund door IVBN en NEPROM. De komende maanden werken de partijen hun beleid verder uit.
Biobased en circulair bouwen staan nog in de kinderschoenen. Volgens de Nationale Aanpak Biobased Bouwen bestaat minder dan 3% van de gebruikte bouwmaterialen in nieuwbouwwoningen momenteel uit biobased grondstoffen. De ambitie is om dat in 2030 op te schalen naar minimaal 30%. Ook de overheid zet druk op verduurzaming. De grenswaarde voor de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) wordt vanaf 2025 strenger en er komt wetgeving die milieueisen stelt aan beton en staal. Tegelijkertijd investeert het Rijk 200 miljoen euro in de ontwikkeling van biobased materialen. Onderzoek van Wageningen University laat zien dat de milieu-impact van een woning tot 30% lager kan zijn bij gebruik van biobased materialen.
Voor afbouwers betekent deze stap dat opdrachtgevers meer aandacht krijgen voor materiaalkeuze en herkomst. Leveranciers lopen hierin voorop, maar ook afbouwbedrijven kunnen zich onderscheiden met kennis over circulaire en biobased toepassingen. Wie nu meebeweegt om een lage CO₂-footprint te bewerkstelligen, bouwt straks mee.
NOA volgt de ontwikkelingen op de voet en zal leden komende tijd ondersteunen om hun kennis over circulair en biobased bouwen te vergroten. De omslag is ingezet aan de top. Nu wordt het aan de uitvoerders om het waar te maken.