Zelfstandig stucen kunnen ze prima
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
26 februari 2020

Pilot met stucende statushouders

Zeven statushouders volgden eind 2019 een half jaar lang een opleiding stukadoren. Ze zijn allemaal geslaagd voor hun Proeve van Bekwaamheid: het blijken prima vaklui. Naast vakbekwaamheid waren beheersing van de taal en cultuurverschillen belangrijke aandachtspunten. Daarbij is extra inzet en begeleiding vanuit de sector van cruciaal belang. De pilot smaakt naar meer, want gezien de grote personeelstekorten kan de sector deze nieuwe arbeidskrachten goed gebruiken.

Olivier Capiau is één van de ambassadeurs die zich vanuit het ‘Actieplan instroombevordering sector Afbouw’  inzet om nieuwe mensen enthousiast te maken om te kiezen voor een baan in de afbouw. Hij is onder andere docent op het ROC Aventus in Zutphen en leidt in het oosten van Nederland jonge stukadoors op. Capiau beperkt zich echter niet alleen tot vmbo-leerlingen, maar zoekt breder. Want de personeelstekorten zijn immers zo groot dat de vijver waarin de sector moet vissen gerust wat groter mag. De vakopleiding in Zutphen werkt al jaren samen met Opstap personeelsdiensten, specialist in dit soort zij-instroomtrajecten. Sinds 2016 bemiddelen zij onder andere werklozen, wajongers en statushouders succesvol binnen de schilderssector. Daarbij werkt men intensief samen met gemeenten, het UWV, Vluchtelingenwerk, de vakopleidingen, brancheorganisaties als Bouwend Nederland, NOA en OnderhoudNL en uiteraard de werkgevers. De afgelopen jaren zijn er vanuit diverse zij-instroomtrajecten, waaronder een door het Europees Sociaal Fonds gesubsidieerd project al tientallen statushouders aan een opleiding en daarna een baan als schilder geholpen.

Succesformule

‘Zou die succesformule niet ook kunnen worden toegepast op het stukadoorsvak?’, vroeg Capiau zich af. Het leidde tot een pilot waarbij uiteindelijk 7 statushouders een half jaar lang een opleiding volgden tot stukadoor. In die zes maanden gingen ze twee dagen per week naar school, waarbij ze les kregen van Capiau, en liepen ze drie dagen per week stage met behoud van uitkering. Na die zes maanden legden ze - stuk voor stuk met goed gevolg - een Proeve van Bekwaamheid op mbo niveau 2 af en zorgde Opstap voor een stageplek bij de diverse leerbedrijven. Onder andere NOA-leden Rikkert Afbouw en Stukadoorsbedrijf Krens, maar ook vastgoedonderhoudsbedrijf De Variabele, stelden leermeesters beschikbaar waarvan de statushouders de kneepjes van het vak in de praktijk konden leren. De pilot is ondertussen afgerond en Capiau en Opstap zijn al weer aan het evalueren voor een vervolg.

Taal en cultuur

“Technisch waren ze stuk voor stuk bekwaam”, stelt Capiau. “Zelfstandiger ook dan de gemiddelde ROC leerling. Je kunt ze gerust opdracht geven om 40 meter muur te smeren. Daar heb je weinig omkijken naar.” De uitdaging zit hem echter in de taal en de cultuur. “Ik heb ze alle zeven geselecteerd op een bepaald taalniveau. Je moet ze immers wel iets kunnen uitleggen. Maar dat vraagt logischerwijs meer tijd en energie dan bij een gemiddelde leerling. Syriërs bijvoorbeeld zeggen vaak dat ze iets begrijpen, maar blijkt later dat ze dat uit beleefdheid zeiden. Voor veel statushouders komt het gezin op de allereerste plaats en moet hij met zijn vrouw naar de dokter dan moet het werk even wijken. Dat vraagt om begrip, geduld en extra skills van de leermeester. Maar in de praktijk blijkt inmiddels dat we ze onze cultuur en werkwijze goed kunnen aanleren.” Stuk voor stuk hebben de zeven harde werkers liefde voor het vak, constateerde Capiau. “Hun materiaalkennis was in het begin nog summier. Ze waren niet gewend om met gips te werken. In Syrië werken ze met kalk en cement. Maar ze begrijpen de basis wel. En ook de kwaliteitseisen liggen hier wat hoger. Maar dat begrijpen ze nu wel.”

Extra inzet

In de bouw- en schilderssector beseft men inmiddels wat de waarde is van deze nieuwe instroom. Binnen de afbouwsector gaat het nog schoorvoetend, maar gelukkig blijken er  aardig wat bedrijven genegen een statushouder voor een half jaar aan werk te willen helpen. “Veel afbouwbedrijven kijken de kat nog even uit de boom”, zegt Joey Krabben, landelijk manager HR Projecten bij Opstap. “Aan vacatures geen gebrek, maar dit soort trajecten vraagt om extra inzet, tijd en energie. En ja, we lopen ook tegen de nodige vooroordelen aan. ” “Je moet natuurlijk wel goed blijven communiceren”, voegt Krabbens collega en landelijk adviseur René Hoogenberk toe. “We zien dat ook in een later stadium. Deze mensen opleiden en aan het werk krijgen is goed te doen, maar ze daarna langdurig en vooral duurzaam aan het werk houden, dat hoort er ook bij. Dan denk ik aan de taal, het halen van een rijbewijs of het behalen van het VCA-diploma. En vergeet niet dat we het hier over wat oudere generaties hebben. Die kun je niet met een startsalaris aan het werk zetten. Ook al omdat ze bijvoorbeeld een gezin moeten onderhouden of in hun land van herkomst vaak een eigen bedrijf hadden.”

Aanvulling

“De bouw wordt langzaam wakker”, zegt Hoogenberk. “Deze mensen zijn een welkome aanvulling om de tekorten aan goede vaklui enigszins te verminderen.” “In de schildersbranche zagen we nog behoorlijke niveauverschillen”, zegt Krabben. “Maar het niveau van stukadoors uit landen als Syrië en Irak ligt al behoorlijk hoog, zo hebben we gemerkt. Die moeten vooral worden bijgespijkerd op taal en cultuur.” Hoogenberk: “Dat vraagt dus om intrinsieke motivatie én ruimte voor begeleiding bij de bedrijven waar deze mannen aan het werk gaan. Wat extra meehelpt is een cursus over ‘andere culturen’. Daar kunnen we ondertussen ook in voorzien.” Krabben: “Vergeet ook niet dat de druk op deze mensen behoorlijk groot is. Niet alleen vanwege wat ze in eigen land zoal hebben meegemaakt, maar ook om wat ze híér allemaal nog moeten: inburgeren, een taal leren, een huis vinden, een opleiding doen, noem maar op. Maar toch denk ik dat we een heel reservoir aan goed opgeleide vakmensen laten liggen als we niet proberen om ze aan het werk te krijgen en te houden. Nieuwe vakmensen die we verschrikkelijk hard nodig hebben.”

Deel dit artikel: