Het kabinet presenteerde onlangs nieuwe maatregelen om de vastgelopen vergunningverlening weer op gang te krijgen en verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen. Maar zowel natuurorganisaties als de bouwsector tonen zich teleurgesteld. Het zogenaamde startpakket en het extra geld voor het Nationaal Warmtefonds blijken volgens velen vooral symptoombestrijding – en geen structurele oplossing.
Vorige week werd bekend dat minister Keijzer 750 miljoen euro extra beschikbaar stelt voor het Nationaal Warmtefonds. Dit fonds biedt huishoudens met een kleine beurs de mogelijkheid om tegen gunstige voorwaarden te lenen voor isolatiemaatregelen. Hoewel dit een stap in de goede richting lijkt, is de verwachting dat dit bedrag onvoldoende is om de verduurzaming van de gebouwschil op grote schaal in beweging te krijgen.
Het kabinet stelt daarnaast 2,2 miljard euro beschikbaar voor een zogenoemd startpakket. Daarin zitten regelingen voor extensivering van landbouwactiviteiten, vrijwillige bedrijfsbeëindiging en doelgerichte inzet van middelen. Minister Wiersma stelt dat het gaat om “realistische, haalbare en houdbare plannen” die zekerheid moeten bieden aan ondernemers. Toch blijft de kritiek niet uit. Veel deskundigen vrezen dat deze maatregelen vooral gericht zijn op het kopen van tijd, in plaats van op structurele verandering.
Centraal in de kabinetsplannen staat de invoering van een rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie. Hiermee moet de vergunningverlening voor onder andere woningbouwprojecten weer mogelijk worden. Natuurorganisaties en juristen zetten daar hun vraagtekens bij. De onderliggende gerechtelijke uitspraken die het huidige beleid onderuit haalden, zijn immers nog altijd van kracht. Intern salderen - waarbij bedrijven stikstofuitstoot compenseren binnen de eigen organisatie - blijft voorlopig niet toegestaan. Daarmee blijft de juridische onzekerheid bestaan.
Het kabinet presenteerde een breed maatregelenpakket voor alle sectoren om stikstofuitstoot terug te dringen. Voor de bouw- en industriesector gaat het om verdere verduurzaming van processen, voor de landbouw om doelsturing en vrijwillige krimp, en in de mobiliteit wordt gekeken naar verduurzaming van de binnenvaart en het wegverkeer. Voor gebieden met urgente natuurherstelopgaven - zoals de Veluwe en de Peel - is € 600 miljoen gereserveerd.
Toch blijft de kritiek dat de echte keuzes worden vooruitgeschoven. Zowel uit de hoek van natuurorganisaties als vanuit de bouw klinkt de roep om fundamenteel beleid dat echt lucht biedt voor zowel natuurherstel als economische ontwikkeling.